In de afgelopen twee weken was er een aanzienlijke toename van het aantal geannuleerde vluchten op Europese luchthavens, met als hoogtepunt de annulering van honderden vluchten in het weekend (4-5 juni). In het VK werd op zaterdag 4 juni 4% van de vluchten geannuleerd en in Nederland werd 11% van de lijnvluchten op dezelfde dag geannuleerd.
Ook op Franse en Spaanse luchthavens kwamen afgelopen weekend annuleringen voor, al hadden die misschien gewoon gevolgen voor annuleringen in andere landen. Hoewel er een zichtbare sprong is in het aantal annuleringen van vluchten vanaf Spaanse luchthavens, is het aandeel nog steeds relatief laag, met een piek van 1,2% op 5 juni, hoewel dit veel hoger is dan het geval was voor het grootste deel van mei.
De betrokken luchthavens en luchtvaartmaatschappijen spraken over personeelstekorten
De betrokken luchthavens en luchtvaartmaatschappijen spraken over het personeelstekort en de tijd die nodig is om nieuw personeel aan boord te brengen, inclusief het verkrijgen van veiligheidsmachtiging om te werken en rond de luchthaven te reizen. Hoewel de luchthavens overvol zijn, zou niet het grote aantal vluchten de oorzaak zijn. Hoewel de vluchtvolumes geleidelijk toenemen, weerspiegelen ze niet het patroon van annuleringen. Laten we niet vergeten dat het wereldwijde operationele niveau onder het niveau van vóór de pandemie ligt.
Ongetwijfeld heeft het feit dat 11% van de in Nederland op één dag geannuleerde vluchten een enorme impact heeft op de passagiers op die dag, maar het is uitzonderlijk. In mei waren er gemiddeld minder dan 2% annuleringen in Nederland, 0,6% op Franse luchthavens, 1,1% op Britse luchthavens en 0,2% op Spaanse luchthavens.
Bovendien, waar annuleringen plaatsvonden, waren dit voornamelijk korteafstandsvluchten en regionale vluchten. In de week tussen 30 mei en 5 juni werd slechts 1,1% van de vluchten tussen de VS en Nederland geannuleerd, tegenover 16,5% van de vluchten naar Duitsland.